Ds. David Flud van Giffen (1760-1843) was een neef van Omius en Alexander Van Giffen. Geboren in Groningen op 11 juni 1760 besloot hij al jong om het voorbeeld van zijn oudere neven te volgen door ook Theologie te gaan studeren. Hij werd op 9 juli 1788 op de Groninger faculteit ingeschreven en zes jaar later, op 20 april 1794 stelde hij zich als proponent beroepbaar voor een kanselplek binnen de toenmalige Nederduitsch Gereformeerde Kerk, de staatskerk van de toenmalige Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Op 18 augustus werd hij door de gemeente van Blankenham beroepen en op 7 november deed hij er zijn intrede.
Na zeven jaar in deze standplaats volgde in 1791 zijn intrede in het naburige Nijeveen.
Weer zes later, in 1797, werd hij beroepen door Heerenveen, waar hij na zijn intrede tot 1839 predikant zou blijven. Hij was toen al 79 jaar! David Flud overleed in Heerenveen op 2 juni 1843.
Nog in 1956 werd er in het Gereformeerd Weekblad van de Gereformeerde Bond geschimpt op liberale predikanten zoals deze David Flud van Giffen. Zoveel lof als men de ‘ernstige Coccejaan’ David Flud uit de 17e eeuw toezwaaide, zo kritisch stond men tegenover de vrijzinnigheid van deze 19e eeuwse David Flud, een predikant van de ‘Groninger richting’: hij werd net als de meeste predikanten uit die vroege begintijd van de Nederlands Hervormde Kerk door de orthodoxen neergesabeld als “één van die vlees-noch vismannen, van die water-en-melkgasten! Oud-liberalen, honingzoet en poeslief, zolang niemand in de omgeving hen maar op het lijf sprong met de aloude drie Formulieren van de Dordtse Synode.”