Van de redactie
Bestelieve familieleden, dit bulletin nr. 38 was bedoeld om in december 2022 te verschijnen. Door allerlei persoonlijke omstandigheden is het er niet van gekomen om jullie eerder te berichten. Terwijl er het nodige familienieuws valt te vermelden: over de familietour van de verwante Amerikaanse Giberson’s, over de betrokkenheid van Bertus van Giffen bij het Oudemirdummer Klif en over de voortgaande zoektocht naar onze vroege voorouders. Hopelijk is de inhoud van dit bulletin tot genoegen.
Het bestuur van de Stichting Familie Van Giffen wenst jullie een gelukkig en gezond 2023 toe!
Wel en Wee
Voor zover bekend valt er dit nummer niets te melden op het gebied van lief en leed.
De Giberson Tour
Wellicht is het familieverhaal u bekend; hoe Hendrik Heggers van Giffen en zijn echtgenote Jacoba Senf 100 jaar geleden naar Amerika emigreerden en hoe zij daar in Michigan en Minnesota hun bestaan opbouwden en een groot gezin stichtten.



Jongste dochter Dorothy van Giffen (1925) trouwde in 1949 met Ebert Giberson, die ook van Nederlandse afkomst was. Dit echtpaar kreeg vier kinderen.

Van 24 maart t/m 13 april 2022 hielden Joe, Sue en Dave Giberson samen met hun echtgenoten hun Family History Tour in Europa, waarbij ze niet alleen toeristische trekpleisters bezochten, maar ook op bezoek gingen bij familieleden, ook om kennis te maken met plaatsen waar hun voorgeslacht heeft gewoond en gewerkt. Zo bezochten ze o.a. Marijke van Giffen in Heiligerlee en op woensdag 30 maart jl. brachten de Giberson’s een bezoek aan Heerenveen en Nijeveen, de plaatsen waar hun voorvader David Flud van Giffen (1760-1843) ooit predikant is geweest.
Idskje van Giffen en haar man Ole Bijster traden bij die gelegenheid op als gastheer en gastvrouw. Idskje schreef: “Met Joe en familie hebben we geluncht in restaurant ‘‘t Gerecht’ en o.a. gesproken over onze verre verwantschap via de vroegere Heerenveense predikant David Flud van Giffen (1760-1843). Na een korte rondleiding naar historische plekjes (zoals de plaats waar de voormalige Schoterlandse Kruiskerk heeft gestaan, gaf ik hen nog enkele reistips mee voor de vervolgreis in de Benelux.”



Boekenrubriek
Omdat de afgelopen fotopuzzels weinig respons opleverden zullen we deze rubriek voorlopig vervangen door een boekenrubriek over Van Giffen’s.
1. Oudemirdumer Klif
In mei 2022 publiceerde Arnoud van de Ridder zijn gedetailleerde verhandeling over de geschiedenis van het Oudemirdumer Klif, waarbij ook uitvoerig wordt stilgestaan bij de rol die notaris Lambertus Klaas van Giffen destijds heeft gespeeld bij de overdracht van het klif aan Natuurmonumenten. Het boekje is voor € 12,50 te bestellen via arnoudvanderidder@gmail.com

2. Parallelle Sporen
Verder valt de presentatie te melden van de dubbelbiografie ‘Parallelle sporen’ over de grondleggers van de Nederlandse archeologie: Jan Hendrik Holwerda en Albert Egges van Giffen.


Op 2 juni 2022 organiseerde de RCE (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) in Amersfoort een Archeologieplatform over de (voor)geschiedenis van de Nederlandse archeologie. Bij die gelegenheid lichtte de schrijver Leo Verhart vol trots het resultaat toe van zijn jarenlange inspanningen om te komen tot dit fraai uitgevoerde en omvangrijke boekwerk. Hulde voor dit werk! En van harte aanbevolen. Prijs € 75,= ISBN: 978-90-5345-586-9
In de aanloop naar deze publicatie schreef Leo Verhart in 2020 in het Jaarboek Oud-Utrecht een artikel over de vruchtbare samenwerking tussen Albert Egges van Giffen en François Eugène baron Van Heerdt (1877-1948) uit Baarn. De samenwerking tussen de beide mannen heeft meer dan 25 jaar geduurd en deze invloedrijke edelman en amateur-archeoloog heeft een aantal opgravingen van Albert Egges mede mogelijk gemaakt, tot in Frankrijk en Hongarije aan toe.


Wie het artikel wil inzien kan het vinden op de website van Academia: https://independent.academia.edu/LVerhart
3. Wanneer toch mijn liefste?

In mei 2022 verscheen een boek van predikant dr. Jan Dirk Wassenaar over de jarenlange briefwisseling van zijn grootouders Hantje van Dijk en Anna Noordmans tijdens hun verlovingstijd. Hantje van Dijk was een vriend en studiegenoot van Reitze van Giffen tijdens hun studie Theologie aan de VU. We praten dan over de eerste beginjaren van de VU, in de periode 1886-1890. Reitze komt in de briefwisseling tussen de beide geliefden meermalen ter sprake en uit deze rijke bron komen een paar prachtige anecdotes voorbij. Reitze komt als ouderejaars van Hantje naar voren als een schijnbaar onbekommerde en ietwat betweterige student, die niet helemaal serieus lijkt te worden genomen, ook omdat hij in zijn gemakzucht amper colleges bezoekt! Het versterkte het beeld van de ‘grondige student’, dat zich bij mij ontwikkelde tijdens het schrijven van Reitzes’ biografie. Hij bezocht niet alleen maar liefst vier verschillende gymnasia voordat hij uiteindelijk slaagde, maar vervolgens deed hij tien jaar over zijn theologiestudie, waarna hij zakte voor zijn eerste examen in 1893 en later ook voor zijn eerste peremptoir examen voor de classis Sneek. De verschillende anecdotes in de briefwisseling leveren een waardevolle inkleuring van de student Reitze van Giffen.
Zo blijkt onder andere dat Reitze tijdens een feestelijk diner op de VU, in het bijzijn van de grote Abraham Kuyper, spontaan het romantische lied ‘Im Wald’ ten gehore heeft gebracht! Dit lied van Wolfgang Mueller op muziek van Robert Schumann dateert van 1851, dus dat was nog redelijk vers in Reitzes’ jeugd. Toch moedig van hem!
Im Wald
Ich zieh’ so allein in den Wald hinein!
O sieh zwei Falter fliegen!
Sie tummeln sich durch die Luft,
Und wenn sie ruh’n, so wiegen
Sie sich in der Blumen Duft,
Und ich bin so allein, voll Pein!
Ich zieh’ so allein in den Wald hinein!
O sieh zwei Vöglein erschrocken
Entstieben dem warmen Nest!
Doch singen und suchen und locken
Sie hoch sich im Geäst,
Und ich bin so allein, voll Pein!
Ich zieh’ so allein in den Wald hinein!
O sieh zwei Rehe zieh’n
An der grünen Halde zumal!
Und wie sie mich seh’n, entflieh’n
Sie fern in Berg und Tal, Und ich bin so allein, voll Pein!
Wolfgang Müller
Op zoek naar onze vroegste voorouders (2)
In bulletin 37 deden we verslag over de Oost-Friese tak van de familie, de Duitse protestanten met de naam Van Giffens, Giffenius, Gevenig(ch) en Geuenich. We weten dus inmiddels dankzij drie verbindende stukjes in deze familiepuzzel dat onze ‘Groninger’ tak voortkomt uit de Oost-Friese tak. En omdat we vermoeden dat de leden van deze Oost-Friese tak niet alleen in Bremen, maar ook in Emden hebben gewoond heb ik vorig jaar met extra veel belangstelling gekeken naar het tv-programma ‘Firma Erfgoed’ op NPO 2.
Astrid Hunkar presenteerde op 28 augustus 2021 de vierde aflevering van dit programma over een vroege periode van de Reformatie in Friesland, Groningen en Oost-Friesland. De uitzending is nog gewoon terug te zien op de website ‘Uitzending gemist’:
https://www.npostart.nl/firma-erfgoed/28-08-2021/VPWON_1325644
In deze uitzending wordt duidelijk hoe belangrijk de plaats Emden in Oost-Friesland tijdens de Reformatie is geweest voor veel protestantse geloofsvluchtelingen vanuit de zuidelijke Nederlanden, zoals ook de protestantse Van Giffens uit Brabant. Omdat de Spaanse koning Filips II de Nederlanden vanuit Madrid wil regeren staat hij ook maar één religie toe: het katholicisme. De Nederlandse opstandelingen willen echter geloofsvrijheid en een decentrale overheid, met autonomie voor alle gewesten. De harde vervolging van de vroegste protestanten door de beruchte Spaanse Inquisitie brengt een grote stroom geloofsvluchtelingen op gang. Emden is in die tijd een vrijplaats voor vervolgde mensen en in de periode tussen 1550 en 1600 komen er maar liefst 20.000 Nederlanders aan in Emden, veelal per schip. Emden heeft daardoor altijd een sterk Nederlands karakter gehouden en je kunt er nog steeds gewoon met je Nederlands goed terecht.

Emden ligt weliswaar in Duitsland, maar de stad doet wat Nederlands aan. Vooral vroeger was dat te zien, voordat in de Tweede Wereldoorlog bijna alles in puin wordt gelegd. Op oude foto’s zijn de ‘Hollandse’ pakhuizen te zien, omringd door grachten en bruggetjes, die de straten met elkaar verbinden.
Ook de protestantse Van Giffen’s, die vanwege de harde geloofsvervolging omstreeks 1565 uit Brabant zijn gevlucht, moeten destijds weet hebben gehad van Emden als toevluchtsoord. We weten dat er destijds Van Giffen’s in Bremen zijn neergestreken, maar nader onderzoek in de oude burgerboeken van Emden (die in kopie worden bewaard in de Groninger archieven) zal uitwijzen of er onder de ingeschreven Nederlandse families wellicht ook Van Giffen’s te vinden zijn.
In 1556 verschijnt in Emden de eerste Nederlandstalige Bijbel in de volkstaal en vijftien jaar later, van 4 tot 13 oktober 1571 wordt in Emden in het geheim de eerste protestantse synode gehouden, opgericht door vertegenwoordigers van belangrijke protestantse gemeenten in Aken, Heidelberg, Keulen, Amsterdam, Antwerpen, Brielle. In oktober 2021 wordt het 450-jarig jubileum van die synode gevierd met een tentoonstelling in de Johannes a Lasco Bibliothek, gevestigd in de voormalige Grote Kerk in Emden.
Emden groeit in die tijd rond 1570 uit tot een havenstad met zo’n 20.000 inwoners, zegt wetenschappelijk medewerker dr. Klaas-Dieter Voss van de Johannes a Lasco Bibliothek. „Er lagen hier meer schepen dan in heel Engeland.” Hij wijst naar een beeldscherm waarop te zien is hoe de stad in de zestiende eeuw uit haar jasje groeit.

Vanuit Emden onderhouden de ballingen contacten met de ondergrondse kerk in de Nederlanden. Ze geven adviezen aan deze „gemeenten onder het kruis”, ze bedenken vluchtwegen voor predikanten en ze verspreiden boeken en traktaten. Dr. Voss laat een protestantse Deux-Aesbijbel zien. „Voor het eerst gedrukt in Emden in 1562.” Het zou dé gereformeerde Bijbelvertaling worden, totdat in 1637 de Statenvertaling verscheen.
De Nederlandse gemeenten liggen in die tijd verspreid over wat nu Nederland, Duitsland, België, Frankrijk en Engeland is. Om de eenheid te versterken, de leer zuiver te houden en onderlinge afspraken te maken, besluiten ze een gezamenlijke vergadering te houden.
Dr. Voss laat een perkamenten uitnodigingsbrief zien, mede ondertekend door Petrus Datheen, bekend van zijn psalmberijmingen. De kerken worden opgeroepen om samen na te denken over wat er zoal dient voor de „opbouw van de gemeente”.
Zuivere leer
Negenentwintig ambtsdragers uit onder meer Aken, Amsterdam, Antwerpen, Brielle, Heidelberg en Keulen vergaderen van 4 tot 13 oktober 1571 in een zaal in het oude Stadhuis in Emden. Ook dat gebouw wordt in de oorlog verwoest – op dezelfde plek staat nu een theewinkel. Maar op de tentoonstelling is in het koor de gevel te zien, nagemaakt op een levensgroot doek. Door twee groene deuren loop je zo naar binnen, om als het ware even later aan de synodetafel plaats te nemen.
Sommige historici vragen zich overigens af of er écht van een nationale synode kan worden gesproken, omdat er maar weinig afgevaardigden zijn en lang niet alle gemeenten zich vertegenwoordigd weten. Zo neemt er niemand uit Engeland deel. Hoe dan ook, de eerste officiële synode van de Gereformeerde Kerk in ballingschap levert wel veel op: een kerkverband, een kerkorde en de regeling van allerlei praktische zaken, zoals de opleiding van predikanten.
Samen waken de gemeenten over een zuivere leer: zo moeten predikanten voortaan de Nederlandse Geloofsbelijdenis ondertekenen en wordt het gebruik van de Heidelbergse Catechismus in de gemeenten aanbevolen.
De kerkorde van Emden vormt de grondslag van gereformeerde kerkorden in Nederland en Duitsland. Die gaan uit van het zogenoemd synodaal-presbyteriaal principe: vertegenwoordigers van plaatselijke kerkenraden vormen een „meerdere” vergadering: de classis. Die levert weer afgevaardigden voor de synodale vergaderingen.
Daarnaast mag geen enkele gemeente over een andere heersen, of een ambt over een ander ambt. In de woorden van het eerste artikel van de besluittekst die de 29 afgevaardigden na tien dagen vergaderen opstellen (en snel vanuit het Latijn in het Nederlands laten vertalen): „Gheen Kercke sal over een ander Kercke, gheen Dienaer des Woorts, gheen Ouderlinck, noch Diaken sal d’een over d’ander heerschappie voeren.”
Ambtstermijn
Achter glas ligt een lijst met ondertekenaars. Bovenaan prijkt, in sierlijke letters, de naam van Gaspar Heydanus, de preses. De besluiten worden naar de gemeenten gestuurd.
De mannen hebben overigens niet alles tot in de puntjes geregeld. Zo mogen gemeenten zelf beslissen over bijvoorbeeld de ambtstermijnen van ouderlingen en diakenen, en over de vraag of er tijdens het heilig avondmaal Bijbelteksten gelezen of psalmen gezongen moeten worden.
Door de synode staat Emden meteen op de kerkelijke kaart. Dr. Voss: „De gemeenten in de Nederlanden zagen Emden voortaan als moederkerk.”
Ds. David Flud van Giffen II
Bij het zoeken naar bronnen van de Brabantse en Oostfriesche oorsprong van de protestantse Van Giffen’s trof ik in het Groninger Archief een heel oud stukje geschiedschrijving van de hand van Ds. Gerhardus Busz. Hij beschrijft in 1802 in zijn genealogie van de familie Van Giffen uitvoerig de kerkelijke gegevens van onze voorvader ds. David Flud van Giffen II (1760-1843). Ik laat het citaat maar onvertaald:
“David Flud van Giffen Gebr: den 11 Juni 1760, heeft gestudeerd tot Predicant & is te Groningen candidaat geworden den 20 April 1784. Zijnde Geëxamineerd door Hendricus Frieswijk Pred: te Gron: & Adam Lentz, Pred: op het Hoogezand, hebbende tot een proeftext gehad 1 Pet: 3 vs: 18.
[“Want Christus heeft ook eens voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen; Die wel is gedood in het vlees, maar levend gemaakt door den Geest;”]
Hij is beroepen te Blankenham in de Classis van Vollenhove & Steenwijk den 19 Aug: 1784, en werd te Vollenhove peremptoir Geëxamineerd den 19 Sept: 1784 door Helmich van Wijhe, Pred: te Blokzijl, hebbende tot een examenstext Rom 8 vs: 1 [“Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest.”]
& word te Blankenham bevestigd den 7 Nov. 1784 door zijn volle Neef Alexander van Giffen, Pred. te Lutkewierum in de Classis van Sneek, in plaats van Ds. H. van Wijhe, van Blokzijl, die dien beurt aan A. van Giffen vrijwillig had afgestaan.
Predikende A. van Giffen uit Col: 4 vs: 17. [“En zegt aan Archippus: Zie op de bediening, die gij aangenomen hebt in den Heere, dat gij die vervult.”]
En David Flud van Giffen deed ten zelven dage zijn Intree Reede uit Eph: 3 vs: 8 [“Mij, den allerminste van al de heiligen, is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie te verkondigen den onnaspeurlijken rijkdom van Christus.”]
Vervolgens wierd Dom. D.F. van Giffen den 1 Juni 1791 beroepen te Nieuwveen op Drenthe in de Classis van Meppel & neemd zijn afscheijd te Blankenham den 28 Aug: 1791 en werd te Nieuwveen bevestigd den 4 Sept: daaraanvolgende door Arnoldus Wilhelmus Pruimers, Cornelis Prangan en Petrus Prins, respecive Predd: te Vledder Dwinglo en Dieveren; de laatste, nam: P.Prins predikte bij die geleegendheid ter bevestiging uit Ezech: 34 vs: 23 [“En Ik zal een enigen Herder over hen verwekken, en Hij zal hen weiden, namelijk Mijn knecht David; die zal ze weiden, en Die zal hun tot een Herder zijn.”], de bevestigde begon zijn Dienstwerk uit 1 Cor: 15 vs: 11. [“Hetzij dan ik, hetzij zijlieden, alzo prediken wij, en alzo hebt gij geloofd.”]
Vervolgens wierd David Flud van Giffen 1797 in de nazomer beroepen te Heerenveen in Friesland, de hoofdplaats in de Classis van Zeevenwouden in de plaats van Eelko Tingo, die van daar verroepen en vertrokken was na Vlissingen, nogtans word de Afscheijd van D.F. van Giffen te Nieuwveen nog zijn bevestiging of intree te Heerenveen in de Boekzaalen van die tijd niet vermeld, ‘t welk van de correspondenten dier Classen versloft of vergeeten zijn, zoo dat ik dat hier niet kan bijvoegen.
David Flud van Giffen is den 8 Febr: 1789 getrouwd met Hendrikje Heggers, een Coopmans Dogter van Steenwijk, eijgentlijk was zij te Amsterdam geboren.”
