Van de redactie
Beste en lieve familieleden, voor u ligt het 35e Bulletin van de Stichting familie Van Giffen. Terwijl er normaliter twee bulletins per jaar verschijnen, zal het dit jaar bij dit ene extra dikke bulletin blijven. Dat is mede veroorzaakt door het feit dat dit jaar voor mij persoonlijk nogal turbulent is geweest.
In de rubriek Wel en Wee gedenken we vier familieleden die in de afgelopen periode zijn overleden. We vervolgen met de gebruikelijke rubriek van de Puzzelfoto en een artikel over Bertus van Giffen, waarin meerdere van zijn kleinkinderen herinneringen ophalen aan hun grootvader. We sluiten dit Bulletin 35 af met wat Indische herinneringen van John van Giffen, die hij in 2016 schreef aan zijn nicht Tineke Zweers-van Giffen.
Klaas van Giffen.
Wel en Wee

Van zijn weduwe Adrie van der Zwart kregen we pas onlangs het bericht dat John van Giffen op 9 juni 2019 in Australië aan een nierziekte is overleden. Hij mocht de leeftijd van 85 jaar bereiken. Bij zijn geboorte in Soerabaya heette hij Johnny Sleebos, totdat hij werd opgenomen in het gezin van Pieter Adolph van Giffen en Marie de Blij. Hij kreeg van zijn adoptiefouders de achternaam Van Giffen, maar hij bleef naar eigen zeggen altijd een echte ‘Indische jongen’, die het liefst zijn hele leven in Nederlands Indië zou hebben doorgebracht. Hoe anders het allemaal liep blijkt wel uit zijn Indische herinneringen verderop in dit bulletin. Die deelde hij een paar jaar geleden met Tineke Zweers-van Giffen, die in Bandoeng op dezelfde lagere school heeft gezeten. Voor Adrie is het zwaar om nu alleen verder te moeten en we wensen haar en de kinderen dan ook veel kracht en bewaring toe om dit verlies te verwerken.

Op 18 mei jl. overleed Hans de Kan op 91-jarige leeftijd. Hans Leonard de Kan werd op 3 juli 1928 in ‘s Gravenzande geboren als derde zoon van Nine van Giffen en Pieter Willem de Kan. Hij werd elektrotechnicus en bleef lang vrijgezel, maar in op zijn 55-ste leerde hij de 50-jarige Mies van Welsenes kennen. Ze trouwden kort daarna en mochten 36 jaar lang een gelukkig huwelijk beleven. Hans voelde een band met zijn moeders familie en hij behoorde samen met Mies dan ook tot de trouwste deelnemers aan de Van Giffen familiedagen. Hij mocht in 2018 de hoge leeftijd van 90 jaar bereiken, maar kort na zijn verjaardag werd hij ineens trager in zijn reacties en openbaarde zich bij hem dementie. Na enige tijd volgde opname in verpleeghuis ‘De Kreek’ in zijn woonplaats en daar is hij de laatste tijd van zijn leven liefdevol verzorgd. Vanwege de corona pandemie was het voor Mies de laatste maanden niet meer mogelijk om Hans te bezoeken, maar gelukkig was er telefonisch contact mogelijk en kon zij bij Hans zijn overlijden aanwezig zijn. De begrafenis vond in besloten kring plaats op 26 mei jl. We wensen Mies veel sterkte en Gods’ bewaring toe om dit verlies te verwerken.


Op 26 juni jl. overleed Jorrit van Giffen aan de gevolgen van een hartinfarct. Een volkomen onverwacht en zwaar verlies voor zijn vrouw Peggy en dochter Ivy, voor zijn ouders Klaas van Giffen en Joyce Pleijsier en voor de verdere familie. Tijdens het afscheid bij de crematie op ‘Ockenburg’ in Den Haag werd duidelijk hoe veel Jorrit heeft betekend voor zijn familie en vrienden en voor de collega’s van de bedrijven waarvoor hij heeft gewerkt. De dankbaarheid voor zijn leven overheerst het verdriet en gemis. We mogen weten dat Jorrit uit liefde is voortgekomen, dat hij in zijn leven een liefdevol mens is geweest en we mogen geloven en vertrouwen dat hij nu weer in Liefde is opgenomen.
Op 24 november jl. is Johannes van Giffen aan boord van zijn woonschip aan de Amstel overleden aan de gevolgen van een slopende ziekte. Er is vanwege corona een beperkte afscheidsbijeenkomst geweest met broers, zussen en een paar vrienden en op 30 november is zijn stoffelijk overschot gecremeerd.

Johannes verhuisde na het voltooien van zijn middelbare schoolopleiding naar Amsterdam, waar hij zich heel idealistisch aansloot bij de kraakgroep in het voormalige hoofdkantoor van het Algemeen Handelsblad aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Hij was actief in de krakersbeweging, niet alleen vanuit een sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel, maar ook door zijn overtuiging dat de samenleving principieel anders moest worden ingericht. Hij wilde geen deel hebben aan de conventionele burgerlijke samenleving en hij heeft daar ook de consequenties van genomen door voor zichzelf een uiterst sobere levenswijze aan te houden. Johannes had een goed technisch inzicht en hij was handig en hulpvaardig en deed veel klussen voor andere mensen op een nogal belangeloze manier. Hij vroeg geen geld en dat was van een onbaatzuchtigheid die bewondering afdwong, maar die veel mensen ook verwonderde. Zijn beloning lag nu eenmaal niet op materieel vlak en ook hechtte hij geen belang aan waardering of populariteit. Het gaf hem als idealist gewoon een goed gevoel als hij andere mensen op een praktische wijze verder kon helpen. Zo heeft hij ook bijna zijn leven lang trouw gezorgd voor zijn ouders Ate en Ton van Giffen-van Riessen en heeft hij het hen mogelijk gemaakt om tot op hoge leeftijd in het huis aan de Van Vlotenweg te blijven wonen. Daarvoor verdient hij grote dank en respect. Hij ruste in vrede.
Oude puzzel
De puzzelredactie mocht verbazend genoeg geen enkele reactie vanuit de familiekring ontvangen op de vorige puzzelfoto van omstreeks 1910. Het betreft een fraai groepsportret van het gezin van ds. Jan van Giffen en Hendrika Post, afkomstig uit het fotoarchief van wijlen Carla Rinkes-Croiset van Uchelen.
De oplossing van de puzzel is als volgt: de opname is gemaakt achter de pastorie in Goutum, ter gelegenheid van het bezoek van Jans’ oudere broer Klaas van Giffen, de apotheker uit Purmerend, met zijn dochter Annie, die goed bevriend was met haar nichtje Truus van Giffen.

Vooraan aan op de foto zitten v.l.n.r. Jan van Giffen (1851), Hendrika Post en Klaas van Giffen (1849); Achteraan staan v.l.n.r. Beitj van Giffen, Cootje van Giffen, Bertus van Giffen, Truus van Giffen, (verm.) Annie van Giffen Kdr., Sien Homan en Albert Egges (Ab) van Giffen.

Deze foto is in Purmerend gemaakt tijdens een tegenbezoek van Truus van Giffen (vooraan) aan haar nicht Annie en oom Klaas. Hier zijn de beide meisjes duidelijk alweer iets ouder.
Nieuwe puzzel
In de familie archieven troffen we het bijgaande portret uit 1919 van een familielid, die zich heeft gewapend tegen de verderfelijke Spaansche Griep. De vraag luidt natuurlijk wie het is en waarom hij zich met mondmasker heeft laten vereeuwigen.

Het ‘spittertje’ krijgt een reisbewijs.
Al kwamen er vanuit de familiekring dan geen oplossingen op de vorige puzzelfoto, er kwam wel een reactie van de heer Leo Verhart, die al jaren schrijft aan een dubbelbiografie over de archeologen Holwerda en Van Giffen. Hij schrijft nu aan de laatste 15 levensjaren van Albert Egges van Giffen en hij geeft toe dat het met meer dan 480 pagina’s wel een fors boek gaat worden. Leo vond de puzzelfoto interessant, omdat Albert Egges hier een snor draagt, in navolging van zijn broers Bertus en Beitj. Dat bevestigt volgens Leo dat de foto gemaakt moet zijn in de periode rond 1910, want Ab draagt ook een snor op de pasfoto voor zijn reisbewijs van de ANWB, dat is uitgegeven op 2 maart 1909. Albert Egges koopt namelijk in die periode een motor van het merk Minerva voor de lieve som van fl. 420,=.

Leo Verhart schrijft ons verder het volgende over Ab van Giffen en zijn Minerva:
“Zo heb ik me afgelopen winter bezig kunnen houden met alle motoren en auto’s die Van Giffen persoonlijk en in zijn Biologisch-Archeologisch Instituut (BIA) in Groningen in bezit heeft gehad. Hij bleek er werkelijk door geobsedeerd te zijn. Het gaf hem snelheid, vrijheid en een veel grotere actieradius. Ik leerde tijdens mijn naspeuringen een roekeloze bestuurder kennen, kwam menig ongeval op het spoor en in zijn pogingen om in de oorlogsjaren zo lang mogelijke in een auto te kunnen blijven rijden herkende ik de gedreven wetenschapper, die vrijwel alleen oog had voor de archeologie. In 1926 had Van Giffen kennis gemaakt met F.T. Baron Van Heerdt (1877-1948), die als vroegtijdig gepensioneerd militair steun verleende aan Van Giffen in zijn pogingen om ook in het buitenland opgravingen te verrichten, zoals in Hongarije en Frankrijk. Samen trokken zij er met de motorfiets op uit… “
Raadsel
Zoekend naar Van Giffens’ op het internet kwam ik ook op Twitter een Debby van Giffen tegen. Bij mijn weten komt zij niet voor in onze stamboom, dus de vraag is, wie haar kent?

Herinneringen aan Bertus van Giffen
Afgelopen zomer benaderde de heer Arnoud van der Ridder onze stichting met een verzoek om informatie over notaris van Giffen uit Balk. Arnoud doet namelijk onderzoek naar het Oudemirdumerklif, dat in 1927 als eerste natuurterrein in Friesland werd aangekocht door Natuurmonumenten. Hij is op zoek naar de verhalen achter de personen die destijds daarbij een rol hebben gespeeld, zoals de laatste palingvisser Minnes de Vries, de veehouders die hun percelen verkochten aan Natuurmonumenten, het mergelonderzoek, maar ook de beheerders en de flora en fauna komen aan bod. Bij het benaderen van de kleinkinderen van Bertus van Giffen kwamen er een paar herinneringen los, die we hieronder zullen weergeven, afgewisseld met het nodige fotomateriaal. Het zijn zo wat willekeurige hap-snap indrukken, maar gecombineerd met de foto’s door de jaren heen geeft het toch een beetje een indruk van hem.
Maar allereerst wat algemene informatie over Lambertus Klaas (Bertus) van Giffen:
Geboren op 12 mei 1880 in Noordhorn, oudste zoon van ds. Jan van Giffen en Hendrika Post.
Overleden op 20 januari 1971 in Hilversum, 90 jaar oud.




Op 16 september 1913 getrouwd in Makkum (gemeente Wonseradeel) met:
Sybrichje Jeltje Kingma,
Geboren 13 augustus 1888 in Makkum als dochter van Tjeerd Herre Kingma en Foekje de Looze.
Overleden op 11 maart 1973 in Hilversum, 84 jaar oud.




Kinderen uit dit huwelijk:
1. Riekje 1914
2. Foekje 1916
3. Jacoba Johanna (Cootje) 1919.


Kleinzoon Tonnis Muntinga meldde het volgende:
“Als kind ervoer ik het grote huis met appelzolder in Balk als een eldorado en opa Bertus als een ideale, vriendelijke en meelevende opa. Dat werkt nu weer door door naar mijn 10 eigen kleinkinderen. Tot op hogere leeftijd (toen ik al mocht rijden in de 2CV van mijn moeder) heb ik toertjes gemaakt met mijn grootvader, die daar met een stompje sigaar en de hoed voorover intens van genoot. Bertus heeft drie dochters gekregen, maar hij had heel graag ook een zoon gewild.
Bertus was niet alleen kort van stuk, maar kon ook nogal kortaangebonden de waarheid zeggen als iets hem niet zinde. Hij zou al jong, tijdens zijn verlovingstijd, doof zijn geworden als gevolg van een valpartij op de fiets, toen hij Syb al rijdend een zoen wilde geven.”


Kleindochter Foekelien wist nog het volgende over haar opa te vertellen:
“Ons gezin maakte wel wandelingen met opa volgens de bekende paaltjes met gekleurde ringen. Zowel mijn vader als mijn moeder hielden van de natuur en namen ons daarin mee. Daar ben ik heel dankbaar voor. Maar of zij dat van hun ouders hadden weet ik niet.
Ik vond opa lief. Hij noemde mij ‘kleine Syb’. (Omdat ik naar oma vernoemd was). Dan voelde ik me bijzonder. Hij rookte sigaren, maar als ik binnenkwam stopte hij daarmee. Ik had last van de rook vanwege mijn astmatische bronchitis.
Hij had gevoel voor grandeur. Altijd keurig in het pak. Voor zijn verjaardag op 12 mei werd er altijd een kist asperges besteld in N-Brabant. Wij hadden familie diners op de Lage Vuursche en kregen eens, alle kleinkinderen, een set vulpen en potlood van Parker cadeau. Grandioos.
Hij was ook onhandig. Oma bestuurde de motorboot, tot die vervangen werd door een automobiel. Daarmee bracht de klerk ‘de 3 popke’s’ naar de HBS in Sneek. Toen tante Riek (de oudste dochter) haar rijbewijs haalde, reed zij!
Toen ik in Parijs woonde tikte hij de briefkaarten uit, zodat ik ze beter kon lezen.
Achterop zijn fiets zat een metalen ovalen plaatje met S/H. Slecht horend.
Hij strooide veel te veel zout over zijn eten.
Dit zijn zo’n beetje mijn weetjes.”



Maarten Muntinga wist zich het volgende te herinneren over zijn grootvader:
“Een bijzonder gezellig en hartelijk mens. Ik leerde hem pas kennen na zijn pensionering en verhuizing naar Zeist, naar het huis genaamd ‘de Uitkomst’. Een aantal jaren later verhuisden ze naar de verzorgingsflat aan de overkant en noemde hij de woning ‘Het laatste kwartier’. Van de grote notariswoning in Balk naar de kleine twee onder een kap woning in Zeist, en daarna naar een kleine twee kamer flat en uiteindelijk in Hilversum in een verzorgingstehuis met nog minder ruimte: zij namen het allemaal zoals het kwam en klaagden nooit. Opa fietste tot op hoge leeftijd, naar Baarn zo’n 20 km was geen probleem op zijn zware Fongers. Echt inhoudelijk werd het contact nooit. Het bleef gezellig en oppervlakkig. Ik heb hem ook nooit betrapt op een mening over politiek, sport of cultuur. Maar misschien vond hij mij daarvoor te jong (1946). Saillant is nog het verhaal dat hij op 12 mei 1940, nota bene zijn verjaardag, alle wijn in de gootsteen goot om te voorkomen dat de bezetter zich zou bezatten en zich zou vergrijpen aan zijn dochters. Verder was hij heel ruimdenkend, de meiden gingen per auto naar school in Sneek. Dus goede herinneringen maar niet veel inhoudelijk contact. Hij sprak ook nooit over voorvallen uit zijn loopbaan als notaris..

Indische herinneringen van John van Giffen, in 2016 geschreven aan Tineke Zweers-van Giffen
Tineke, het was toch frappant dat we op dezelfde scholen gezeten hebben in Bandung, alleen waren het wel andere jaren. Ik ben op de Lagere School in de Engelbert van Bevenvoorde eigenlijk maar twee jaar geweest, in de oorlog mochten wij immers van de Jap geen Nederlands onderwijs genieten. “Bandoeng” zo schreven we het toen de Republik Indonesia nog Nederlandsch Indië was! Zaterdag slenteren door de Pasar Baruh of door Koesambi. Op zondag picknick in het Jubileum Park, dat was toch een hele zorgeloze tijd, de baboe(s) met alle lekker etenswaren kwamen dan ook mee! Eerst ravotten en spelletjes, dan moe en hongerig picknicken met de heerlijke etenswaren, pasteitjes, resolles, kwee lapis, dodol of pisang goreng! Of we gingen naar Tjiamplas het zwembad, was zelf toen lid van onze zwemvereniging Neptunus, en eens per jaar zwemwedstrijden met de zwemclubs van Batavia, Bogor en Soekaboemi.
Dicht bij Tjiamplas was de dierentuin, waar we ook dolle pret hadden in de speeltuin erachter! Onze dagindeling was vroeg opstaan want de scholen begonnen in Indië vroeger als in Nederland, omdat het ‘s middags bloedheet werd en wij dan ook om half een naar huis gingen, iedere dag! Thuis eerst mandi (douche), dan tjalana monjet (ons speelpak) aangeschoten, tijd voor kattekwaad buiten, terwijl Pa en Ma een tukkie gingen doen!
Om geheid 3 uur “Nonnie, Njoh binnen komen”, kregen we een lekker hapje van de Kokkie,”Mah makan appa?” Nu het was dan Bubur Sumsum, Kolak, Bubur Bidji of Ketan Item met santen of Pisang goreng. Goh, als we daar weer aan denken loopt het water weer in de mond! Gehaast werd alles naar binnen geschrokt, vaak de helft laten staan om weer gehaast naar buiten te gaan en de Kokkie dan mopperen: “Njoh makan doeloe, nanti Mammanja marah, maken dan doedoek doeloe Njoh”. ‘s Avonds kwamen voorbij de sateh boer, of martabak of de Chinees met babi pangang! Vaak met een verjaardag hadden we een slamatan, met nasi koening, sajoer lodeh, teri goreng, rempejeh en hete sambal trasi. Goh, wat was het eten toch gevarieerd in ons Indië, denk in Bandoeng aan de sajoer ontjom en lotek speciaal van de Soenda landen!
Ik kreeg dus tijdens de oorlogsjaren stiekem les van een tante die onderwijzeres was en les gaf; dus in 1945 hoefde ik nog maar klas 6 en 7 te doen op de lagere School (toen hadden we nog 7 schooljaren in het Lager Onderwijs!) Dus septeptember 1947 kwam ik in de 1e klas HBS op het Christelijk Lyceum aan de Djalan Dago. In augustus 1950, dus eindigend met de 3e klas, gingen Ma en ik naar het”Kikkerlandje” toe, met het m.s. ‘Sibajak’!
Ja, ook voor ons was de Bersiap-tijd en de eerste jaren van de Republiek Indonesia niet zo denderend, het was vaak angstig en gevaarlijk in Bandung, denk aan de demarcatielijn Noord en Zuid-Bandung, de grens was toen de spoorlijn van Oost naar West, we werden toen verdedigd door leden van het Engels Leger, de Gurkah’s en Maharatas omdat onze eigen mannen en vaders nog moesten terug komen uit de krijgsgevangenenkampen in Azië en Japan en wij dus zonder “verdedigers” zaten. Twee jaar later in 1947 kwamen toen de eerste militairen uit Nederland (dat was de 7 December divisie), hoewel wij ook wel in Indonesië opgeleide militairen kenden, geformeerd door Indo’s, Ambonezen en Menadonezen, trouw aan onze Koningin en Nederlands Indië. Denk aan de Adjing Nica en de Gadja Merah (Commando’s van o.a. Kapitein Westerling) die toen Bandung ontzetten en een spoor van dode TNI (Tentare Natianal Indonesia) achter zich lieten, ook op de Braga en Grote Postweg! Ja, een volle neef van ons, Tommy Tiele, is toen als Indo, Sergeant van de Gadja Merah vermoord, zittend op het platje van zijn ouderlijk huis in Bandung!
Het was geen makkelijke tijd met rampokkers en jonge Pemudahs, die graag Merdekah Vrij wilden zijn en liefst alle Nederlanders een kopje kleiner wilden maken. In Indonesië was het absoluut nog geen vrede ZOALS GEDACHT WERD IN NEDERLAND, waar uitbundig werd gefeest, want daar waren de Duitsers overwonnen! Maar in Indië moest alles nog beginnen, denk aan de Politionele Acties van de Nederlandse militairen op Java tegen de TNI op 20/8/1947 en 19/12/1948. Helaas moesten we toch het onderspit delven, de Ronde Tafel Conferentie en met druk van de US werd op 23/8/1949 de Republiek Indonesia uitgeroepen met als eerste President Soekarno (denk aan het 3-manschap in het verzet, Soekarno, Hatta en Boengtomo. Helaas pindakaas, anders woonde ik vermoedelijk nog in Nederlands Indië, mijn geboorteland, de Gordel van Smaragd!!
Gelukkig woon ik nu in Australia, dit mooie grote land! En ook niet meer in Nederland, met al zijn moeilijkheden: Euro, Europese Unie, zwakke regering en asielzoekers! Mijn eerste jaar in Nederland was geen rozengeur en maneschijn! In Nederland waren de Indische jongens in het begin NIET GEWILD! “Zwartje, waar heb je Nederlands geleerd, waarom kom je hier in ons land!!” werd steeds maar naar ons hoofd geslingerd, natuurlijk moesten wij Indo’s eerst vechten om enig respect af te dwingen bij die “blanda’s” gelukkig had ik in Indië ook veel aan vechtsporten en boxen gedaan dus wij hebben wel echt RESPECT afgedwongen!!! Het eerste jaar in de 4e van de HBS ging mij niet makkelijk af, wiskunde was ik wel voor en goed in, goede cijfers, maar de talen, Frans, Duits, Engels en Nederlands waren ver onder de maat! Heb dus de 4e HBS over moeten doen daarom was ik blij dat ik HBS/B had gekozen! Nu eindelijk dan eindexamen in 1953, hoera geslaagd! Wat te doen? Mijn Indo vrienden haalden mij over om naar de Zeevaartschool te gaan, we kozen Delfzijl hele maal in het Noorden in Groningen omdat die school veel Indo’s als leerlingen aannam! Nu 2 jaar dus de Noorder Kweekschool voor de Zeevaart Delfzijl. Toen leerling bij SMN (Stoomvaart Mij. Nederland), natuurlijk op Indonesië gevaren. Leerling, 4e en 3e Stuurman, ook twee reizen op de ‘Oranje’, was blij dat ik weer kon aanmonsteren op een gewoon vrachtschip van de SMN, nu een tijd lang Wilde Vaart, omdat de Nederlandse scheepvaart niet meer gewild was in de havens van Indonesië (natuurlijk tactiek van Soekarno). Maar in die vijf jaar trouwde ik met Adrie van der Zwart in Leiden en onze oudste werd geboren in het volgende jaar 1959. Ik ben toen opgehouden met varen en naar de Koninklijke Luchtmacht overgegaan. Electronica werd veel gevraagd dus dat was mijn volgende studie met opleidingen in de USA (Huntsville en El Paso) voor de Geleide Wapens. In z’n geheel heb ik 3 jaar in de USA cursussen gevolgd! Daarna tot aan 1998 in Duitsland plaatsingen en het jaar daarop op de Vliegbasis Ypenburg/Delft ging ik met FLO (fuctioneel leeftijd ontslag). In 2003 voorgoed naar Australia, het bevalt ons hier opperbest, geen bekrompen landje hier, maar ruimte zat en iedereen laat ook iedereen zijn, geen koffie uurtje met de buren, geen jaloezie zoals dat in Nederland vaak is. Een ieder bemoeit zich alleen met eigen gezin en vrienden, daarom is het hier ook zo fijn om te wonen, geen bekrompenheid en een ieder leeft vrij en voor zichzelf waar wij ons in Nederland vaak wel aan geërgerd hebben dat men zich met anderen te veel bezig hield en elkaar niet vrij liet, ik geloof in een klein landje gebeurt dat vaker! Enfin, we leven hier nu heel fijn en op onze leeftijd is het goed oud worden in Australia en we genieten hier elke dag van de vrijheid, onze kinderen en kleinkinderen!!
bye for now…….John van Giffen.
