Familiebulletin Nr. 31

April 2018

Van de redactie

160227 bestuur 4 (4a)
Het bestuur met v.l.n.r. Thomas, David, Klaas en Haye van Giffen.

In dit bulletin hebben we weer geprobeerd om zoveel mogelijk diverse onderwerpen aan de orde te stellen. Naast de vaste rubrieken Lief en Leed, Haye’s column en de Fotopuzzel besteden we aandacht aan oud familiezilver, waarbij een stuk familiegeschiedenis tevoorschijn kwam.

Ook bespreken we de kerken van Wyckel en Sneek, waar de jonge predikant David Flud van Giffen (I) ooit het Woord verkondigde. Uit het familie archief tonen we een drietal papierknipsels van de hand van David Flud van Giffen (II) en zijn echtgenote Hendrikje Heggers.

Jubileum

Op 8 apil jl. was het 20 jaar geleden dat de oprichtingsakte werd getekend van de Stichting Familie Van Giffen. Wat is er in die jaren veel bereikt: we zijn inmiddels een familieboek en zeven familiedagen en 30 familiebulletins verder en dan is daar ook nog de fraai vormgegeven Van Giffen website, compleet met digitaal familie archief. Een gelukwens waard!

De Van Giffen Website

Onze site is in december 2017 door onverlaten gehackt en daardoor maandenlang onbereikbaar geworden. We hebben geen flauw idee wie de bedenker is geweest van dit soort dunne ongein, maar hij of zij heeft het verwarrende werk grondig gedaan. Het heeft dan ook enige tijd geduurd voordat websitebeheerder Thomas van Giffen het lek boven water had en hij de inhoud weer als vanouds kon presenteren op de website.

Lief en Leed

Op 30 december werden Anne van Giffen en Wilco Mulder in Voorschoten verblijd met de geboorte van een blakende zoon, Wytse Jan-Willem. Gefeliciteerd!

Overlijden van Idskje Regnier-Niemeijer

Op zondag 4 maart bereikte ons vanuit Nieuw Zeeland het droevige nieuws dat Idskje (‘Itty’) Nieuwmeijer is overleden op 87-jarige leeftijd. Zij werd geboren op 26 april 1930 als eerste kind van Aaltje van Giffen en Cor Nieuwmeijer, waarbij ze als oudste dochter werd vernoemd naar haar grootmoeder Idskje Visser, de moeder van Aaltje.

Haarlems Dagblad

Toen Itty 12 jaar oud was overleed haar vader Cor Nieuwmeijer en toen op haar 21e ook haar moeder Aaltje van Giffen overleed, bleven Itty en haar broer Cor en zus Elly al jong verweesd achter.

Itty (l) en Elly Nieuwmeijer omstreeks 1952

Net als veel Nederlanders in die tijd besloot ze in 1955 om te emigreren naar Nieuw Zeeland. Haar verloofde Joop Regnier was haar al vooruit gereisd, dus ze trouwde in Nederland ‘met de handschoen’ en reisde haar man achterna. Samen bouwden ze een boerenbedrijf op en stichtten ze een ouderwets groot gezin met acht kinderen, te weten: Elly (1955), Cornelia Elizabeth (1956), Karin (1958) en Ingrid (1959), John (1961), Robyn (1965) Paul (1966) en Michael (1970).

Elly, Itty en Cor Nieuwmeijer kort voor Itty haar emigratie

Nadat haar man Joop overleed heeft Itty nog jarenlang zelfstandig geleefd in het huis in Hamilton, op het Noorder eiland. Na een ongelukkige val nam haar levenslust af en nu is ze dan overleden; als gelovige vrouw was zij zich bewust dat zij met Jezus weer zou opstaan.

We wensen alle kinderen en broer Cor en zus Elly veel sterkte toe om dit verlies te verwerken.

Een verhaal achter een zilveren theepot

Tineke Goosens stuurde me onlangs onderstaande foto van haar moeder Lied Goosens – Winkler Prins (links), die in 2016 van Haarlem verhuisde naar Breda, dichter in de buurt van haar dochter.

Aliede Catharina Henriëtte werd op 6 oktober 1920 geboren als dochter van Jacoba van Giffen en Anthony Winkler Prins, dus ze heeft inmiddels de leeftijd der allersterksten bereikt. Blijkens de bovenstaande foto uit 2017 doet Lied tijdens de viering van haar verjaardag in het zorgcentrum volop mee.

Bij de verhuizing van de boedel van haar moeder vond Tineke een zilveren theepot met in het deksel de volgende inscriptie:

Zwaantje Alberts Klijnsma- Hagen
Ter gedachtenis van SFK en AEvG
AEVK january 1869

Swaantje Klijnsma-Hagen (1728-1822) was vermoedelijk de oorspronkelijke eigenaresse van het theepotje, terwijl achter de initialen SFK, AEvG en AEVK de namen schuilgaan van respectievelijk het echtpaar Sent Foppes Klijnsma en Anna Elisabeth van Giffen en hun dochter Anna Elisabeth Vincentia Klijnsma.

Zwaantje Alberts Hagen was de grootmoeder van vaderszijde van Sent Foppes Klijnsma. Als echtgenote van Pieter Foppes moet zij in goeden doen geweest zijn, want op de website Alle Friezen komt haar naam nogal eens voor als schuldeiser in diverse notariële akten. Zwaantje en Pieter hadden een zoon Foppe Pieters Klijnsma, die huwde met Rinske Sints uit Wolvega. Deze Foppe en Rinske kregen vier kinderen, achtereenvolgens: Sent (of Sint), Zwaantje, Aaltje en Foppe. Mogelijk hebben Sent Foppes Klijnsma en Anna Elisabeth van Giffen de theepot in 1816 als huwelijkscadeau gekregen, of van Zwaantje geërfd na haar overlijden in 1822.

Sent en Anna hun dochter Henrika Rensina Klijnsma huwde later met Antonij Winkler Prins. Het blijkt dus dat Lied Goosens-Winkler Prins niet alleen van de zijde van haar moeder Co een Van Giffen was, maar dat zij ook via haar vader Anthony een voormoeder Van Giffen heeft, te weten haar betovergrootmoeder Anna Elisabeth van Giffen. Lied haar ouders Co en Tony blijken dus beiden afstammelingen te zijn van ds David Flud van Giffen en Hendrikje Heggers. Co via hun zoon Lambertus, Tony via hun dochter Anna Elisabeth. Nogal een bijzonderheid, waarvan akte.

Afgaand op de zilvermerken van het theepotje bestond eerst nog het vermoeden dat zilversmid Lambertus (III) van Giffen (1789-1850) de maker is geweest, maar het stuk blijkt van een andere maker te zijn.

Hendrik Willem van Giffen

  

In 1834 vervaardigde Hendrik Willem van Giffen als laatste zilversmid in onze familie het bovenstaande fraaie bewerkte lodereindoosje in de vorm van een kabinet met de tekst:

Dit kabinet
heb ik van doen
het is nu weer
een nieuw fatzoen

Fotopuzzel

De vraag luidde: Wie herkent de Van Giffen op deze bijzondere groepsfoto? En wie weet waar deze foto werd gemaakt? En waarom?

De puzzel werd door niemand helemaal goed geraden, zelfs niet door de kinderen van de betrokkene. Zoon Hein van Giffen uit Garderen was het warmst: “Op de foto meen ik mijn vader te herkennen als meest linkse figuur met hoed en bril. Volgens mij staan ze op de brug over de Leidsevaart met op de achtergrond het gebouw van Chr. Lyceum Emmakade en de rest van de heren zouden mede- eindexamenkandidaten kunnen zijn. Maar ik kan het natuurlijk helemaal mis hebben.”

Inderdaad Hein, het was je vader Klaas van Giffen (1906), in 1924 vastgelegd te midden van zijn klasgenoten van klas 5C van de HBS van het Christelijk Lyceum Haarlem, dat toen nog aan de Raaks gevestigd was. Een jaar later zou de school verhuizen naar de huidige locatie aan de Emmakade. De opname werd gemaakt bij het spoorviaduct over de Zijlweg. Langs de Zijlweg reed in die tijd tramlijn 4 van Haarlem naar Overveen en een paar van Klaas zijn klasgenoten zijn in de bovenleidingmast van de tram geklommen. Waarom? Ach, je bent zeventien jaar en je voorhoofdskwab is nog niet helemaal volgroeid en dan doe je nu eenmaal zulke dingen. Je kunt de hele wereld immers aan op die leeftijd?

Als nieuwe puzzel de volgende interieuropname:

Wie herkent de familieleden op deze foto? Wanneer is de opname gemaakt en waar hing dit fraaie bloemetjesbehang?

We kijken uit naar jullie reacties!

Haye’s column

Onlangs hebben wij ons eerste huis gekocht in Hoofddorp. Bij het vallen van de naam Hoofddorp zit de schrik bij sommigen er goed in. Ik voel mij dan vaak maar genoodzaakt om te zeggen: “Ja, randje Hoofddorp dus, dus ook weer niet echt”, om de ander gerust te stellen. Soms met succes. Meestal niet. Wie ook niet overliepen van enthousiasme waren onze dochters. Sam (4) en Tess (2) voelden de drang tot verhuizen in het geheel niet. Tel daarbij op dat onderhandelen en discussiëren met jonge kinderen nooit een van mijn goede kanten is geweest. Een eigenschap waar mijn kinderen tot nu toe gretig gebruik van maken, geloof ik. Ik ben nu een beloofd kippenhok en trampoline verder en heb ze gelukkig zo ver gekregen om uiteindelijk dan toch maar met ons mee te gaan. En hoewel ‘het touwtje’ van Jan Terlouw ook bij mij tot de verbeelding spreekt heb ik toch maar even besloten andere deursloten op de voor- en achterdeuren te zetten. Je weet immers nooit wie er allemaal een sleutel heeft. En als ik nog niet genoeg overtuigd was van de noodzaak voor een goede beveiliging, dan heeft de recente cyberaanval op onze Van Giffen website er wel voor gezorgd dat de schellen van mijn ogen vielen.

Maar ik bezie ‘dé hack van 2018’ maar het liefst vanuit een positieve invalshoek: Kijk naar Yahoo, E-bay en de Amerikaanse verkiezingen. Tegenwoordig tel je toch pas écht mee als hackers het op je gemunt hebben? Dus we zien het maar als een compliment.

Mijn vader zei laatst: ‘Een thuis is voornamelijk de mensen om je heen, als dat wegvalt is het ook maar gewoon een hoop stenen’. Sluit ik me wel bij aan.

Haye van Giffen

Kwartierstaat

Voor wie zich heeft voorgenomen om nu eens eindelijk álle voorouders overzichtelijk in kaart te brengen is er de mogelijkheid om een kwartierstaat te maken. Als voorbeeld staat hiernaast de kwartierstaat van mijn vader Ate van Giffen afgebeeld. Deze kwartierstaat heb ik onlangs mogen completeren met de kwartierstaat van mijn moeder Ton van Riessen en zo ontstond een overzicht van mijn afstamming over de afgelopen vijf generaties, dus tot en met ál mijn betovergrootouders. Dan zit je al ongeveer in de Franse tijd.

Het voordeel van een kwartierstaat is dat je behalve al je voorvaders ook al je voormoeders in beeld brengt en dat aspect zal wellicht veel nichten aanspreken.

Het opzoeken van alle geboorte-/huwelijks-/overlijdensactes van je voorgeslacht vanaf 1811 kan tegenwoordig gewoon vanuit je luie stoel via het Internet, op websites zoals WieWasWie: https://www.wiewaswie.nl/ Natuurlijk kun je de kwartierstaat verder uitbreiden tot veel meer dan vijf generaties, maar dan val je voor de periode van vòòr 1811 terug op de kerkelijke archieven en die zijn nog niet allemaal gedigitaliseerd. Toch is het me al voor 90% gelukt om de afgelopen tien generaties van mijn voorgeslacht in beeld te brengen. Dat leidt tot verrassende inzichten.

Wie er interesse in heeft om aan deze (verslavende!) activiteit te beginnen kan ik desgewenst voorzien van mijn eigen originele Excel-bestand, waarin ik mijn gegevens heb opgemaakt. Voor de meeste Van Giffens zal alleen mijn vaders kant van mijn kwartierstaat interessant zijn; die kan dan grotendeels worden gekopieerd bij het maken van de eigen kwartierstaat.

Klaas van Giffen

Ds. David Flud van Giffen (1653-1701)

door ds E. Venema. (overgenomen uit Het blijvende Woord, 1991)

Een van de allermooiste gedeelten in Friesland is wel het Gaasterland. Vooral in onze dagen zeer in trek bij hen die verpozing en rust zoeken. Eenvoudig en vriendelijk is de bevolking, gastvrij voor iedere ‘vreemdeling’. Niet minder zeer gesloten en vooral als het gaat over geestelijke zaken. Trouw neemt men zijn plichten waar. Het gebed voor de arbeid wordt niet licht vergeten. En op de dag des Heeren ziet men de gezinnen opgaan naar des Heeren huis, al is het niet meer zoals het vroeger was. De diepgang van het geestelijk leven is weg. Men is tevreden, ook als op zondag het Woord van God verkondigd wordt naar de geest van deze tijd.

Toch is het eenmaal anders geweest, nog niet eens zo lang geleden. Er stonden leraars op de kansel, die het Woord des Heeren verklaarden naar het hart van Jeruzalem. En dan kwamen ze, die eenvoudige Friezen. Van alle kanten maakte men zich op. De huifkar werd ingespannen en reeds lang voor de aanvang van de kerkdienst stonden ze voor het kerkgebouw. De banken vulden zich, stoelen werden gehaald, paden vol gezet. Deuren bleven open, vooral in de zomer, en tot op de grafzerken zat de aandachtige schare.

Eenmaal moest ik in het kleine plaatsje Wyckel een begrafenis leiden. Een kerklid was het, die ik naar zijn laatste rustplaats moest brengen. Een mens met een bewogen gemoed en niet vreemd van de tere gemeenschap met zijn Koning. Daar was hij grootgebracht en aldaar was hij gestorven en ook daar wilde hij begraven worden. Vanuit de Hervormde kerk zou hij uitgedragen worden. Men probeerde dan het hart van zijn hoorders te vinden. En men vraagt zich af: ‘Zou men het nog verstaan?’

En ziedaar het wonder, de oude koster die me opwachtte. Het gesprek met hem over het verleden. Hoe juist hier in dit vergeten dorp Wyckel eenmaal de zuivere waarheid verkondigd is. Hoe zelfs de grafzerken nog spreken van het oude volk dat onder Gods dierbaar Woord gesticht is.

En nogal meer… het bewogen hart van de koster spreekt namens anderen…er is nog een volk dat hunkert naar die waarheid. En later als ik dan weer langs die kerk reed, was het alsof het verleden nog meer ging spreken. Immers, hier heeft ook gestaan de prediker wiens naam boven dit stukje staat uitgetekend: David Flud van Giffen.

En voor het geestesoog gaat het verleden dan opnieuw leven. Ge ziet hem op de dag des Heeren heengaan naar dit sierlijk Godsgebouw. De eenvoudigen, die God steeds wil gadeslaan, zetten zich onder zijn gehoor. Het psalmgezang ruist langs de wanden van de kerk. En straks hoort een iegelijk wat nodig is om welgetroost te leven en eenmaal zalig te sterven.

Ik heb van hem gelezen dat Christus de hoofdinhoud van zijn prediking was. En dat is het uiteindelijk. Voor een mens die niets meer is, die alles verloren heeft, daar is Christus alles. En dan gaan de vragen leven. Hoe komt het dat het zo nameloos arm geworden is in de kerk? Hoe komt het dat er zo weinig belangstelling meer is voor God en zijn Woord?

Eenvoudig hierom, omdat de tere snaren niet meer bespeeld worden. Wel de naam van Christus noemt men, wel wordt Jezus aangeboden. Maar daar is geen plaats voor gemaakt. De weg naar het verslagen hart wordt niet gepredikt!

David Flud van Giffen heeft Gods rijke zegen mogen ondervinden op zijn prediking. Hij is geboren in Sneek in het jaar 1653 en overleden in Dordrecht in 1701. En weer valt het me op, een zoon van het noorden. Bijna onder ons een vergeten streek lands. Men zoekt rust in Gaasterland, maar weet men nog wel dat hier gouden sporen liggen, sporen van Gods vrije genade?

In Franeker heeft hij zijn opleiding genoten en in 1674 is hij predikant geworden in Wyckel. Nauwelijks 21 jaar oud! Een leeftijd waarop velen van ons nog in de wereld leven zonder God en zijn Woord. Het verleden gaat almeer spreken, een jonge leraar op de preekstoel te Wyckel.

In 1678 verlaat hij Wyckel en gaat naar Knijpe. En wie onder ons kent het plaatsje Knijpe? Misschien nog nooit geweest, maar ook daar heeft die ernstige leraar de bazuin aan de mond gezet. Na drie jaren aldaar gepredikt te hebben de leer van vrije genade, gaat hij naar Sneek. Gods wonderlijke weg door de dreven van Friesland! En nog altoos kunt ge daar de sporen vinden, al schijnt het dat ze bijna zijn uitgewist. In 1688 roept Dordrecht hem en het is de laatste roeping die hij aanneemt. In Dordrecht wordt hij in 1701 geroepen om in te gaan tot de Bruiloft des Lams.

Prof. A. Voget publiceerde na zijn dood de Verzameling van alle de werken, nagelaten en uitgegeven van den hoog geleerde en godvruchtigen heer Dav.Flud van Giffen (1753).

Ik heb gezegd dat hij een ernstig prediker was. Hij behoorde bij de zgn. ernstige Coccejanen. Dat wil zeggen hij was het met iedereen niet eens, ook niet met alle Coccejanen. In het licht daarvan kan men zich enigszins een voorstelling maken van David Flud van Giffen. Coccejus was in ernst zijn evenbeeld. Zeer streng was hij opgevoed en oefende hij zich reeds vanaf zeer jeugdige leeftijd in het lezen van Gods Woord. Vrienden van Coccejus waren o.a. Polyander en Gomarus. Hij bestreed Hugo de Groot in zijn dwalende opvattingen. Geen wonder dat Van Giffen zich tot zulk een persoon aangetrokken voelde. Vooral de ernst des levens en daarbij de praktijk der Godzaligheid sprak naar het hart van deze jonge prediker.

Zo was hij geliefd bij velen, tot zelfs bij de stadhouderlijke familie stond hij hoog aangeschreven. Hij heeft zelfs de titel van hofprediker ontvangen. Bij het heengaan van deze Godsgezant is getreurd. En nog kan men met weemoed vervuld zijn als men denkt aan de dagen vanouds.

Niet om het verleden mooier te maken dan het geweest is. Ook toen waren er moeilijkheden en de strijd was er niet minder. Men sprak ook toen van wereldgelijkvormigheid en modezucht. Leergeschillen kwamen ook in die dagen openbaar. Maar toch was het anders dan in onze dagen. Wat kunnen wij stellen tegenover al deze dingen?

Maak nogmaals uw wandeling door het mooie Gaasterland. Uiterlijk is er niet zoveel veranderd. Maar nu op de kansels waar het Woord gebracht wordt. Ik denk nogmaals aan het gesprek met die oude koster. Hij moest klagen dat het zo anders was geworden, zo vreemd. Zelfs hij had betere dagen gekend en wie onzer denkt niet aan die dagen dat er een prediker stond in Wyckel en ook zijn woord in de wijde omgeving sprak van de ‘Grote Onbekende’, de ‘Verborgen Aanwezige’. Het is nog niet eens zo lang geleden. Een prediker, bezield met diezelfde ernst. Die moest erkennen dat Christus zo onmisbaar was, vooral ook in het eigen leven.

Voor hem was hij nog zo onbekend en toch predikte hij Hem. En men zegt dat deze predikant Hem aldaar gevonden heeft, daar in het mooie Gaasterland. Maak met mij ook nu nog een wandeling door Sneek. Er is een fraai Godsgebouw, een herinnering aan beter dagen. David Flud van Giffen is niet meer. Maar hij spreekt nog nadat hij gestorven is. De Heere heeft het beloofd: “Maar ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk, die zullen op de naam des Heeren betrouwen” (Zefanja 3 : 12). Dat gold in de dagen van David Flud van Giffen, maar niet minder ook in onze dagen. Ook voor Friesland en ook voor Gaasterland. Zal het ook voor u en mij waar zijn? Een vraag die we niet naast ons neer mogen leggen.

Interieur van de Grote of Martinkerk Sneek (Foto Willem den Boer)

De Grote of Martinikerk in Sneek

(Overgenomen uit: De Grote of Martinikerk, Tj Boersma, uitgeverij Kerkvoogdij)

De fundamenten van de ‘Kerck van Sint Maarten’ werden in 1498 gelegd en in 1503 was het kerkgebouw voltooid. Uit onderzoek van de funderingsresten in 1975 blijkt dat er al in 1180 een kerk bestond en dat de huidige kerk de derde kerk op deze plaats is. Tijdens de reformatie kwam het kerkgebouw in 1580 in handen van de volgelingen van de ‘nije leere’. Bertholt Winsens vervaardigde in 1626 de kansel, het fraaie doophek en de kerkenraadbanken. Alleen de kansel is nog origineel. Het orgel dateert van 1710 en het houtsnijwerk van 1780. De wapenborden aan de huidige orgelgalerij zijn afkomstig van de oorspronkelijke vroedschapbanken. In vroeger eeuwen kende de kerkindeling niet alleen Frieswijksbanken, maar ook speciale banken voor de magistratuur, de bevelhebbers, de schippers, de gilden, de weeshuizen en maar liefst 450 aparte vrouwenstoelen.

Papieren penningen

Van onze voorvader David Flud van Giffen II (1760-1843) is bekend dat hij als predikant heeft gestaan in Blankenham, Nijeveen en vanaf 1797 in Heerenveen. Hier gaf hij blijk van zijn liberale geest door de openbare catechisatie in de kerk te vervangen door Bijbeloefeningen op zondagavond. Dat was destijds iets nieuws en hij was de eerste die ze invoerde. Na in 1834 zijn 50-jarige dienst gevoerd te hebben legde hij die op 30 juni 1839 neer. Hij overleed op 2 juni 1843.

In de tijd van ds David Flud en zijn vrouw Hendrikje Heggers was de papierknipkunst in Nederland een populaire bezigheid.

In de nalatenschap van dit echtpaar bevonden zich drie uit papier geknipte ‘penningen’ met daarin de volgende teksten:

Links centraal: ” DE HEERE IS MYN STERKTE ”
rand: ” OP HEM ZAL IK WACHTEN ”

Midden top: ” DAVID ”
centraal: ” Ik ben Vele Al Een Wonder Geweest ”
rand: ” Doch Gijh Zijt Mijne Sterke Toevlugt ”

Rechts centraal: ” Heere Set een Wacht voor mijne Mond ” rand: ” Behoed De Deure Mijner Lippen ”